De zwerfsteen en de pandemie
De Hoornder kerk laat dit voorjaar haar medeleven klinken. De klok in de kerktoren zal gedurende maand mei telkens om 19 uur geluid worden, zoals hij dat al vanaf maart gedaan heeft. Dat is om te laten weten dat in deze coronacrisis het lijden van de mensen gekend is. Dat de ziekte en de isolatie meegevoeld wordt, dat de zware taak en trouwe dienst van de mensen gezien wordt, en dat het verdriet en de angst gekend is. De klok zal geluid worden in de hoop dat alle ellende ooit verdwenen zal zijn, en ter bemoediging dat alle inspanning en afzien ooit zin zal blijken te hebben gehad.
Het bijzondere van dit voorjaar is dat juist in mei van dit jaar herdacht kon worden dat 75 jaar geleden het einde van WOII, de bevrijding van Nederland en later de bevrijding van Texel een feit was. En juist nu is er opnieuw sprake is van vrijheid beperkende maatregelen. De herinnering aan de gevallen helden en de onschuldige doden van toen, kwam dit jaar daarom misschien wel scherper in beeld dan de herinnering aan de bevrijding zelf. Veel ouderen moesten onwillekeurig terugdenken aan die ellendige dagen van vóór de bevrijding. Iemand vertelde me dat ze zich dat kon voorstellen, maar dat ze zich ook wel eens ergerde aan de vergelijking die er nu wordt gemaakt tussen de coronamaatregelen en de bezetting van 40-45. Dat is een vergelijking die maar heel erg oppervlakkig opgaat. In de zware jaren van de oorlog en de bezetting leefde men weliswaar ook van dag tot dag, waren de mensen geïsoleerd en lag het culturele leven stil. Maar de schaal waarop dat gebeurde was van een heel andere orde. De grootste verschillen zaten ´m in twee dingen, vertelde deze mevrouw me: “toen ging het om de tirannie van de bezetter, en toen wisten we absoluut niet hoe lang het ging duren”. Mensen hebben uiteindelijk soms twee, drie jaar op onderduikadressen gezeten. Dat is wel een heel andere ervaring.
Een pandemie zoals we die nu meemaken doet verhalen opkomen over vroegere tijden. Niet omdat die verhalen naadloos in elkaar overgaan, maar wel omdat het op een of andere manier een zelfde soort appèl op ons mensen doet. Verhalen over voorgaande epidemieën zoals de ‘Spaanse griep’ en de regelmatige uitbraken van de ‘Pest’ waren nog rond. Het is net alsof de kerk in die crisistijden zichtbaarder wordt dan normaal. Die kerk, die als een zwerfsteen in de geschiedenis op plekken van lijden is verschenen, probeert ook nu in deze lente er te zijn voor hen die het meest moeten afzien. Tijdens deze epidemie voelen we de nood van mensen die nu in vluchtelingenkampen of in sloppenwijken moeten zien te overleven: mensen die net als 75 jaar geleden ontworteld zijn geraakt door oorlog en geweld. Tegelijkertijd is er ook de nood van mensen die hier op Texel bijvoorbeeld afhankelijk zijn van de voedselbank of van hen die hun inkomsten volledig zien verdwijnen.
Op 31 mei is het Pinksteren. We vieren dat de heilige Geest onder ons haar vuur heeft aangestoken. Dan kan de kerkklok op de woensdagavonden weer stil worden: het luiden is tenslotte ook maar een symbool van bezorgdheid. Daarmee is het leed nog lang niet geleden. Maar we hopen en verwachten dat de mensen de zorg voor elkaar zodra het kan weer ter hand kunnen nemen.
ds. Anne Kooi, predikant (PKN) van de protestantse gemeente Waal-Koog-Den Hoorn