In de Advent-periode en met Kerst leven we naar het licht toe. De komst van Jezus herinnert ons aan de komst van het licht van de wereld. Het evangelie volgens Johannes heeft bij het verhaal van de komst van Jezus een prachtige ouverture: ´In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.´ (Johannes 1:1-5).
Die opening is een echo van Genesis 1: 3-5: ´God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.`
Het is bijzonder om te horen dat er ´licht´ was voor dat de zon, de maan en de sterren geschapen werden. Licht is in de Bijbel niet alleen een fysische werkelijkheid, maar vooral een morele instantie. In de eerste brief van Johannes (1 Joh 1: 5-7) staat het er zo: ´Dit is wat wij hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis. Als we zeggen dat we met hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. Maar gaan we onze weg in het licht, zoals hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde.´
Licht en duisternis zijn niet twee evenwaardige categorieën. Niet zoals bij Ying en Yang waarbij het licht de duisternis veronderstelt en andersom. Het licht en het duister zijn dan beide even sterk en waardevol. In de Bijbel is de gedachte dat het licht veel sterker is dan het duister. Als je in een heel donkere kamer een kaars aansteekt verjaagt dat licht het duister volledig. De duisternis is eigenlijk ´niets´. Het licht in de wereld is bij de schepping al sterker, maar bij de komst van Jezus wordt daar nog een uitroepteken bijgezet. Hij is ons lichtend voorbeeld als we naar God willen toegroeien, zoals we in psalm 119:105 horen: ´uw Woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad´. Het evangelie van Johannes zet dan dit drieluik bij elkaar: Woord, Licht en Waarheid.
We kennen de duisternis overigens wel. Alle ellende, geweld, pijn, honger, kou, onderdrukking en onrechtvaardigheid betekent leven in de duisternis voor de mensen die dat ondergaan. Daar is de wereld vol van en daar horen we in de Bijbel net zo goed over. De komst van het licht is nodig om deze duisternis te verjagen. En de duisternis zal het licht niet in haar macht krijgen. Dat geloven we. Jezus zegt: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ (Johannes 8:12). Met het lichtfeest van Kerst vieren we dat Jezus, het licht van de wereld, onder ons mensen gekomen is!
ds. Anne Kooi