We leven over het algemeen als vrije mensen in een vrij land. Toch is er in de wereld van vandaag meer onvrijheid dan ooit. Op 1 maart j.l. verscheen het rapport de Freedom in the World Index 2024 over vrijheid en democratie in de wereld. Dit is de jaarlijkse graadmeter van de organisatie Freedom House. De rapporten van de laatste jaren getuigen van een mondiale ‘democratische recessie’. Het rapport concludeert voor dit moment dat 88 landen (45 procent van het totale aantal) ‘vrij’ zijn. In 58 landen (30 procent) wordt de situatie als ‘deels vrij’ aangemerkt, en in 49 landen (25 procent) als ‘niet vrij’. Het aantal vrije landen neemt af. Het aantal mensen dat in onvrijheid leeft neemt toe.
Vrijheid is dus niet vanzelfsprekend en heeft permanent onderhoud nodig. `Houd stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen´ zegt Paulus in de Galatenbrief (hfdsk 5), die in de Bijbel opgenomen is. En ook: ‘U bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw aardse begeerten vrij spel te geven, maar dien elkaar in liefde.’ Nadenken over wat vrijheid is, laat dan meteen al twee wegen zien. De eerste is nadenken over de vrijwaring van slavernij, maar ook bijvoorbeeld van oorlog, onderdrukking, honger en geweld. Dat is vrij zijn VAN. De tweede manier is nadenken over vrij zijn TOT. Dat gaat over de vrijheid om je eigen leven in te richten zoals je wilt; vrij zijn om keuzes te maken; vrijwillig kiezen bijvoorbeeld om andere mensen te helpen, vrienden te maken, te ondersteunen als ze het zwaar hebben. Iedereen kan zich daar wel wat bij voorstellen. De zoektocht is altijd hoe je die vrijheden dan vertaalt naar een groter geheel. Naar de landelijke politiek bij voorbeeld, of naar de internationale.
We kunnen het ook dichter bij huis houden. Dit weekend zou ik Nederlandse gedetineerden opzoeken in Belgische gevangenissen. Dat is werk vanuit de stichting Epafras die wereldwijd bezoeken organiseert aan Nederlandse gevangenen in buitenlandse gevangenissen. Een enkele keer geldt dat ook voor een Texelaar. Vaak denk je dan dat gevangenissen – uitdrukkelijk onvrij! – vooral beroerd zijn in Latijns-Amerika of Azië. Dat is ook zo, maar ook vlakbij, in België, is het opgesloten worden in een cel soms dubbelop ellendig. Mijn reis naar België werd afgelast omdat het gevangenispersoneel daar staakt. Als er gestaakt wordt zitten de gevangenen dubbel gevangen. De mensen ervaren dan onvrijheid ten top omdat ze geen familiebezoek krijgen, niet mogen luchten, soms niet kunnen douchen en vaak tot 24 uur per dag op cel zitten. Belgische gevangenissen zijn berucht, en niet in het minst vanwege de stakingen. In 2018 is er landelijk 40 dagen achtereen gestaakt en is het leger in de gevangenissen ingezet. De reden waarom het personeel telkens staakt heeft te maken met de slechte werkomstandigheden, met name omdat er een chronische overbevolking is in de gevangenissen. Omdat er een traditie van stakingen is, is er ondertussen een wetsontwerp dat eist dat er een ‘minimale dienstverlening’ aan de gedetineerden gegarandeerd is. Maar die wet zou het stakingsrecht van het personeel aantasten. De bonden zeggen dat hun stakingen juist ook de belangen van de gedetineerden dienen. Hier zie je dan een dubbele botsing tussen vrijheden en onvrijheden. Mij lijkt het dat dit staken precies de verkeerde doelgroep treft. De gedetineerden worden allerlei vrijheden ontzegt, terwijl zij de laatsten zijn die ook maar iets aan de positie van het personeel kunnen veranderen. Terwijl zij die dat wel kunnen, de bestuurders, in niets hinder ondervinden van de stakingen. Het denken over (on)vrijheid heeft veel haken en ogen!
ds. Anne Kooi, predikant van de protestantse gemeente Waal-Koog-Den Hoorn.