Twee of drie mensen
“Waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.” Dat is een uitspraak van Jezus die opgetekend staat in Matteüs 18:20. In onze tijden en in deze gewesten op aarde is het de vraag hoe we deze wijsheid eigenlijk lezen. Lezen we hierin een ultieme reductie van de kerk? Zijn die twee of drie het restant van een rijk kerkelijk leven dat gedurende de afgelopen decennia verschrompeld is? Of lezen we deze uitspraak als de belofte van een kleine kiem die vanaf bijna niets tot bloei zal komen? En gaat het dan om de kwantiteit of de kwaliteit van ons kerk-zijn?
De resultaten van onderzoeken over de belangstelling voor de traditionele kerken, – waaronder de protestantse kerken -, geven een vrijwel eenduidig beeld. Bijna overal is er sprake van een afnemend kerkbezoek en een dalend ledental. Ook de evangelische kerken die lang in de lift zaten, lijken te stoppen met groeien. Veel initiatieven die genomen zijn om het (weer) aantrekkelijk te maken om naar de kerk te komen waren kennelijk too little, too late. En misschien zijn ze ook wel iedere keer net naast dat waar echt behoefte aan is. Dit natuurlijk de hoopvolle pioniersplekken daargelaten.
De objectieve redenen waarom mensen naar de kerk zouden willen komen, zijn ingrijpend veranderd in vergelijking met bijvoorbeeld vijftig jaar geleden. Was in de vorige eeuw de zondagse gang naar de kerk nog vanzelfsprekend, of zelfs gewenst als je in sociaal of maatschappelijk opzicht gewaardeerd wilde zijn, nu is dat bijna omgekeerd. De ‘algemene’ overwegingen die het lang nog de moeite waard leken te maken om bij de kerk te horen, – zoals het gevoel ergens bij te horen, of deel te zijn van een gemeenschap, of een plek vinden om je sociale commitment vorm te geven, dan wel voor de ‘gezelligheid’, – zijn niet specifiek voor de kerk. Deze overwegingen blijken dan ook niet voldoende te zijn om ‘kerk’ in stand te houden, en het is de vraag of we dáár dan rouwig om moeten zijn.
In 2015 verscheen het boek ‘Waar blijft de kerk? – Gedachten over opbouw in tijden van afbraak’ van de katholieke theoloog Erik Borgman. Hij is niet de enige, maar wel een van de meest toonaangevende theologen die deze nieuwe realiteit tot een uitgangspunt van zijn theologisch denken maakt. Borgman beveelt dan aan om: “de berichten over krimp en de prognoses over afbraak te beschouwen als een list van de heilige Geest” (p 11 van zijn boek). Niet dat de heilige Geest eigenhandig bezig zou zijn de kerk te slopen. De ‘listigheid’ is volgens Borgman dat de heilige Geest hiermee een signaal afgeeft, een wake-upcall, om de vraag achter de kerkelijke afbraak te stellen. Dat is namelijk de vraag over wat het echt betekent om kerk te zijn. We moeten ophouden met het maken van plannen om de neergang te stoppen of het tij te keren. “Het is tijd om de zaken om te keren en weer te ontdekken welke plannen er met ons zijn” (p 13 van zijn boek). Zijn concentratie op God geeft Borgman het inzicht dat niet wij de kerk dragen, maar dat de kerk ons draagt. We hoeven niet in een al te krampachtige doenerigheid te schieten (van een management-benadering tot organisatie-denken) dat veronderstelt dat de kerk iets maakbaars is. De kerk is immers per definitie een geschenk van God aan de wereld. De kerk belichaamt Gods verbondenheid met de wereld en is een plaats van Gods aanwezigheid (naar p 21 van Borgmans boek), zelfs als er steeds minder mensen zijn die dat geloven. De waarheid van de kerk is niet afhankelijk van haar succes in de wereld (zie ook de recensie van Bert Altena over dit boek op www.nieuwwij.nl).
De zoektocht naar de eigenheid van de kerk, die ook wij op onze plek moeten ondernemen, is een weg die begint in het kleine; bij wijze van spreken met twee of drie mensen die rond de naam van Jezus Christus bijeenkomen. Niet de groei van de gemeente is het doel, maar het vormgeven aan ons volgen van Jezus. Zonder humor, zelfrelativering, opluchting en een bevrijdende lach zal dat niet gaan. De aantrekkelijkheid van de gemeente is hooguit een gevolg van een eerlijke en oprechte manier van leven vanuit het evangelie. In deze tijden en op onze specifieke plek op aarde zal God zijn kerk laten functioneren zoals het passend is in Zijn ogen.
Ds. Anne Kooi